Wetten van het Gezelschap
Wetten
Op 21 december 1979 werd ten overstaan van notaris A.L.M. Soons te Utrecht een notariële acte verleden, waarin opgenomen de op 13 november 1979 gewijzigde en in zijn geheel opnieuw vastgestelde wetten van de in 1777 opgerichte vereniging
“Het Natuurkundig Gezelschap te Utrecht”
§1. Hoofddoel des Gezelschaps
Artikel 1.
De vereniging, genaamd “Het Natuurkundig Gezelschap” heeft ten doel het houden van bijeenkomsten, toegewijd aan de bevordering eener algemeene bevattelijke kennis van de werken der Natuur, ter verheerlijking van den Schepper en met toepassing op de welvaart der maatschappij, benevens het bevorderen van de belangstelling in de studie der Natuurkunde en haar historie.
Artikel 2.
Het Bestuur draagt zorg, dat op elk dezer bijeenkomsten eene verhandeling gehouden worde over eenig onderwerp uit het gebied der natuurkundige wetenschappen.
§2. Eigendom en gebruik der werktuigen
Artikel 3.
De natuurkundige instrumenten, welke het Gezelschap, bezat werden in achtienhonderd negen en tachtig afgestaan aan de Utrechtse Universiteit, echter onder voorwaarde dat onder meer “de lokalen van het Physisch Laboratorium” en de “hulpmiddelen” ter beschikking zouden blijven van het Gezelschap op dezelfde wijze als in de overeenkomst tussen het Gezelschap en het College van Curatoren van de Utrechtse Universiteit in achtienhonderdtien bepaald is. Dientengevolge is het Gezelschap geen huur verschuldigd voor de zaal en de daarin gewoonlijk aanwezige hulpmiddelen voor de bijeenkomsten in het laboratorium.
§3. Van de Leden
Artikel 4.
Leden worden op voordracht van het Bestuur door de ledenvergadering benoemd.
Artikel 5.
Als jaarlijksche toelage betaalt ieder gewoon Lid een contributie, welke wordt vastgesteld in het Huishoudelijk Reglement van het Gezelschap. Iemand na primo Februari benoemd wordende, tot Lid zal voor dat jaar ook slechts de helft der jaarlijksche toelage betalen.
Artikel 6.
Het vereningsjaar van het Gezelschap wordt gerekend deszelfs aanvang te nemen met primo November.
Artikel 7.
Het zal aan het Bestuur vrij staan, in bijzondere gevallen honoraire Leden te benomen. Honoraire leden hebben als zodanig stemrecht, maar geen verplichting tot betaling van de jaarlijkse toelage.
Artikel 8.
Een contribuerend Lid, dat voor zijn lidmaatschap wil bedanken, zal verplicht zijn zulks schriftelijk aan den Secretaris te verklaren, voor het einde der maand October, zullende hij anders nog gedurende het volgende jaar als Lid des Gezelschaps worden aangemerkt. De Leden welke zich met der woon naar elders begeven kunnen te alle tijde voor hun lidmaatschap bedanken door zulks schriftelijk aan de secretaris te verklaren. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse toelage voor het geheel verschuldigd.
Artikel 9.
Op het einde van het lidmaatschap is voor het overige het bepaalde in de artikelen 35 en 36 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
Artikel 10.
Elk, die eene spreekbeurt vervult zal zes vrienden mogen medebrengen.
Artikel 11.
Ieder gewoon Lid mag vreemdelingen medebrengen. De namen der aldus medegebragte personen zullen dadelijk in een daartoe geschikt en ter tafel liggend boek moeten worden opgeschreven.
Artikel 12.
Iemand der Leden iets voor te dragen hebbende, zal zulks ter kennis brengen van bet Bestuur, hetwelk in alle gevallen, in welke hetzelve geene bepalingen kan of mag maken, zoodanig voorstel op eene algemene vergadering aan het oordeel der gewone Leden zal onderwerpen.
§4. Van het Bestuur
Artikel 13.
Het Bestuur zal bestaan uit vijf personen, van welke jaarlijks één naar orde van verkiezing zal aftreden.
De bestuurders worden door de algemene vergadering uit de gewone Leden van het Gezelschap benoemd.
De Bestuurders verdelen de functies onderling.
Artikel 14.
De keus van eenen nieuwen Bestuurder in plaats van den aftredende, of ter vervulling van opengevallen plaatsen, indien mogelijk, geschieden op de eerstvolgende algemene vergadering.
De keus zal worden uitgebracht door middel van gesloten briefjes, tenzij de benoeming van de voorgestelde Bestuurder op voorstel van een der aanwezige gewone Leden bij acclamatie geschiedt.
Een aftredende Bestuurder is herkiesbaar.
Artikel 15.
Aan het Bestuur is de zorg opgedragen over alle zaken, die het Gezelschap aangaan.
Het zal bij alle voorkomende gelegenheden besluiten en maatregelen kunnen nemen, zooals bet noodig zal oordeelen tot den bloei van bet Gezelschap.
Het Bestuur is niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten als bedoeld in artikel 44 van Boek 2 van het Burgelijk Wetboek zonder goedkeuring van de algemene vergadering.
Artikel 16.
Het Bestuur is bevoegd tot vertegenwoordiging van het Gezelschap in en buiten rechte.
Vertegenwoordigheidsbevoegdheid komt mede toe aan de Voorzitter en de Secretaris tezamen.
§5. Van den Voorzitter
Artikel 17.
Bij het staken der stemmen in een algemen vergadering of in een vergadering van het bestuur heeft de Voorzitter eene beslissende stem.
Artikel 18.
De Voorzitter kan vergaderingen van het Bestuur beleggen, maar het gezamenlijke Bestuur alleen is bevoegd, om de Leden tot een algemene vergadering bijeen te roepen.
§6. Van den Secretaris en den Penningmeester
Artikel 19.
De Bestuurders zullen bij meerderheid van stemmen uit hun midden, eenen Secretaris en eenen Penningmeester verkiezen, die beide om de twee jaren door anderen zullen vervangen worden, zoo zij, daartoe verzocht zijnde niet gelieven aan te blijven. Het is mogelijk beide functies in één persoon te vereenigen.
Artikel 20.
De Secretaris zal, zoo mogelijk, vóór het einde der maand October, eene lijst der spreekbeurten, gedurende het komende verenigingsjaar te houden, aan de Leden toezenden. Ingeval van verandering der spreekbeurten of van andere algemen vergaderingen of van buitengewone vergaderingen zal hij hiervan schriftelijk aan de Leden kennis geven.
Artikel 21.
Van al den eigendom des Gezelschaps zal de Secretaris eene nauwkeurige lijst maken en in bewaring houden.
De secretaris draagt zorg dat de notulenboeken, ledenlijsten, sprekerslijsten, eventuele contracten en dergelijke bewaard blijven.
Artikel 22.
De Penningmeester zal de jaarlijksche toelagen inzamelen; hij zal ook met het doen van al de uitgaven belast zijn.
Artikel 23.
De penningmeester stelt jaarlijks de rekening en verantwoording op.
§7. Algemene Vergaderingen
Artikel 24.
Het Bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van bet verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen verenigingsjaar gevoerd bestuur.
De algemene vergadering benoemt jaarlijks een kascommissie van twee gewone Leden van het Gezelschap, die geen Bestuurder mogen zijn. De kascommissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
Artikel 25.
Het bestuur roept de algemene vergadering bijeen, zo dikwijls het dit wenselijk oordeelt, of wanneer het volgens de wet of de statuten verplicht is .
Op schriftelijk verzoek van ten minste een op elk tiental gewone Leden van het Gezelschap, is het Bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken.
Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het Bestuur de algemene vergadering bijeen roept.
§8. Buitengewone Vergaderingen
Artikel 26.
Het wordt aan bet Bestuur overgelaten om, naar bevind van zaken, ter meerdere aanmoediging van den smaak voor natuurkundige wetenschappen, buitengewone vergaderingen van dit Gezelschap te doen houden.
De inrichting dezer vergaderingen zal bij voorkomende gelegenheid door het Bestuur bepaald worden.
§9. Bijzondere Leerstoel
Artikel 27.
In negentienhonderd zes en dertig is het Natuurkundig Gezelschap te Utrecht bevoegd verklaard een bijzondere leerstoel voor “De leer der physische waarnemingsmethoden” te vestigen aan de Utrechtse Universiteit.
Deze bijzondere leerstoel staat onder toezicht van een College van Curatoren.
Het bestuur van het Gezelschap stelt, in overleg met dit College van Curatoren, het reglement voor de bijzondere leerstoel vast. In dit reglement moet voldaan worden aan het daaromtrent bepaalde in de wet op het Wetenschappelijk Onderwijs”.
In het reglement zoals dat in negentienhonderd vier en zeventig is gewijzigd, is bepaald dat de bijzondere hoogleraar onderwijs zal geven in “Actuele onderwerpen uit de natuurkunde”
§10. Verandering der Wetten
Artikel 28.
Er zal geene verandering hoegenaamd in deze wetten mogen gemaakt worden, dan op eene algemeene vergadering der gewone Leden, hiertoe uitdrukkelijk tezamen geroepen, wanneer de stemmen van ten minste twee derden der opgekomen Leden zullen vereischt worden, om eene voorgestelde verandering aan te nemen en van kracht te doen zijn.
Op een door de algemene vergadering te nemen besluit tot ontbinding van het Gezelschap is het bepaalde in de vorige zin van overeenkomstige toepassing .
Het batig saldo van het ontbonden Gezelschap zal worden bestemd voor een door de algemene vergdering vast te stellen doel, bij gebreke waarvan het vervalt aan de leden van het Gezelschap.